In opdracht van het KCAF onderzoekt Stichting Hout Research (SHR) de mogelijkheid om bacterieaantasting van houten funderingspalen onder water tegen te gaan. Het doel is dat op termijn een dergelijke methode kan worden toegepast tegen relatief geringe kosten, waarmee kostbaar herstel kan worden voorkomen of uitgesteld. Met name grenenhout is gevoelig voor een dergelijke aantasting door bacteriën. Dit komt doordat grenenhout een (verticaal) open celstructuur heeft. Water kan dan via de boven- naar de onderkant stromen of vise versa en deze stroming is essentieel voor de activiteit van houtaantastende bacteriën.
Kop van de funderingspaal verstoppen
Het opwerpen van blokkades, zodat doorstroming niet meer mogelijk is, lijkt dan ook de logische manier om actieve aantasting tegen te gaan. Uit eerder onderzoek (Klaassen, 2008) blijkt dat water zowel omhoog als omlaag door de paal stroomt. Indien het mogelijk is om de paalkop effectief af te sluiten, is dit mogelijk afdoende om de gehele doorstroming tot stilstand te brengen. SHR onderzocht in de eerste fase van het onderzoek twee methoden om deze afsluiting te realiseren.
Blauwschimmels geven niet het beoogde effect
De eerste methode is de oorspronkelijk aanleiding van het onderzoek. Er leek namelijk een verband te bestaand tussen de aanwezigheid van blauwschimmels in grenen palen en de afwezigheid van aantastende bacteriën. Blauwschimmels groeien uitsluitend in het spint van het hout en voeden zich met daar aanwezige suikers. Het tast de celwanden niet aan, maar geeft het hout een blauwverkleuring. Het vermoeden was dat de schimmeldraden van deze onschuldige schimmel de cellen afsluiten en er zo voor zorgen dat bacteriën zicht niet verspreiden. SHR voerde grondig laboratoriumonderzoek uit om deze theorie te kunnen bevestigen. Er werden verschillende onderzoeksmethoden uitgevoerd, waarbij ook veel aandacht werd besteed aan het dieper door laten dringen van de schimmel. De resultaten van de proeven waren zowel teleurstellend als bemoedigend: blauwschimmel leidt niet tot een effectieve verstopping van de celstructuur. Bovendien bleek het lastig om de schimmel snel volledig in het spint te laten doordringen.
Slijm lijkt wel te werken
Echter tijdens de verblauwing en het experiment bleek slijmvorming in het hout op te treden. De herkomst van de slijm, die in grote hoeveelheden werd geproduceerd zodat deze ook onder de palen uitlekte, is op dit moment niet duidelijk. Verslijmde palen bleken de waterstroom door de palen te blokkeren en hierin zou dus een oplossing gevonden kunnen worden voor het afsluiten van de paalkop.
Meeste bestaande houtmodificatiemethoden lastig toepasbaar
SHR voerde ook een literatuurstudie uit naar de mogelijkheden om bestaande houtmodificerende stoffen te gebruiken voor het verstoppen van de houtstructuur. Dit zijn stoffen die bij contact met het hout een reactie veroorzaken waardoor de structuur van het hout verandert. Het merendeel van deze stoffen valt direct af als optie om milieutechnische reden, of omdat deze niet of nauwelijks ter plekke toepasbaar zijn.
Waterglas vermoedelijk wel toepasbaar op funderingspalen
Twee opties blijven overeind: het gebruik van waterglas (in combinatie met zout als katalysator). Of het gebruik van een furaan derivaat. Dit is een natuurlijke hars op basis van furfuryl alcohol gemaakt uit plantaardig afval. Ook voor deze stof is een katalysator nodig: een milde indien gebruik gemaakt kan worden van verhitting, of een sterk zuur indien verhitting geen optie is. Het gebruik van waterglas (vloeibaar zand) heeft minder effect op de omgeving en geniet in eerste instantie de voorkeur. De uitdaging is om te zorgen dat het diep genoeg in de paalkop dringt om een voldoende afdichting te bewerkstelligen.
Tweede fase van het onderzoek
Een vervolgonderzoek moet uitwijzen of het bevorderen van slijmvorming of het gebruik van waterglas daadwerkelijk de oplossing is. Hierbij wordt ook onderzocht of het een blijvende oplossing is, of dat de doorstroming naar verloop van tijd toch weer op gang komt. Tenslotte moet een praktijkonderzoek uitwijzen hoe de methode(n) op locatie toepasbaar zijn.
Het volledige onderzoeksrapport van de eerste fase van het onderzoek.