VNG Magazine nummer 9, 3 juni 2022
Tekst: Marten Muskee | Beeld: Platform Slappe Bodem/Vincent Basler Fotografie
Als gevolg van de klimaatverandering neemt de funderingsschade aan woningen in het hele land toe. daar de schade niet direct zichtbaar is, is het een sluimerend probleem, niet alleen voor de eigenaar, maar ook voor gemeenten. Eerder onderzoek maakte al duidelijk dat zo’n 400.000 panden in Friesland, Groningen en het westen van Nederland gevaar lopen op verzakking. Het gaat dan vooral om woningen op houten palen in veengebieden. Door de toenemende droogte en periodieke hoosbuien, krijgen woningen met ondiepe stalen funderingen op zand ook met het probleem te maken.
Het aantal meldingen van funderingsschade bij het funderingsloket van het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) neemt sterk toe. De teller staat tot nu toe op 115 gemeenten met veel meldingen en 125 gemeenten met enkele. Het kenniscentrum schat in dat rond een miljoen woningen al kans loopt op funderingsschade.
Er zijn verschillende oorzaken voor schade aan funderingen. Het gaat bijvoorbeeld om palenrot, veroorzaakt doordat het grondwaterpeil zakt en er zuurstof vrijkomt waardoor er schimmel ontstaat. Ook aantasting van houten palen door bacteriën komt voor, voornamelijk in funderingspalen van grenenhout. Daarbij speelt zuurstof geen rol.
Bij de les
Het KCAF roept gemeenten al langer tot de orde, net als het Platform Slappe Bodem. Intussen werken de ministeries van BZK, LNV en IenW met de koepelorganisaties, waaronder de VNG, aan het Nationaal Programma Aanpak Funderingsproblematiek (NPAF) dat per volgend jaar wordt uitgevoerd en geldt als opvolger van het Rijksprogramma Aanpak Funderingsproblematiek.
Gemeenten met funderingsproblematiek zullen pijnlijke besluiten moeten gaan nemen, zegt Frank van Lier. Hij is directeur van het KCAF en raadslid in Midden-Delfland (Mijn Partij). Zeker gemeenten met straten waar het ene deel van de woningen op palen staat en het andere deel op staal, gaan de problematiek merken.
Van Lier neemt het verzakkende centrum van Gouda als voorbeeld. Daar is in de jaren zeventig besloten het grondwaterpeil niet meer te verlagen. Het KCAF maakte analyses hoeveel huizen op staal staan gebouwd en hoeveel op houten palen, en inzichtelijk wat er gebeurt bij het verlangen van de grondwaterstand. Rotterdam en Dordrecht kampen met hetzelfde vraagstuk. ‘Soms lukt het om het probleem lokaal op te lossen, maar er zijn pijnlijke politieke keuzes nodig. Ieder deel van Nederland heeft zijn eigen funderingsproblemen waar die keuzes nodig zijn.’
Er zijn pijnlijke politieke keuzes nodig
Thuy Do is senior adviseur water, bodem en klimaat bij de gemeente Rotterdam en als adviseur namens de VNG aangesloten bij het team van het NPAF. Het probleem wordt alleen maar urgenter door de klimaatverandering, ziet ze. ‘Sommige oude woningen op staal zijn al zover weggezakt dat ze eigenlijk niet meer houdbaar zijn.’
Hulp
Bewoners kunnen de hoge herstelkosten niet meer aan en vragen de gemeente om hulp. Maar die kan niet altijd wat doen. ‘In wijken waar woningen op staal een meter zijn gezakt ten opzichte van de omgeving, kunnen wij de straten niet meer op het oude niveau brengen. De ene woningeigenaar wil de grondwaterstand verhoogd zien, de ander verlaagd. Wat je ook doet, iemand voelt de nadelen.’
Do pleit voor een gebundelde aanpak voor woningen en de buitenruimte. Gemeenten en inwoners kunnen deze problematiek namelijk niet meer alleen oplossen. Het NPAF is op zoek naar integrale oplossingen. ‘Je redt het niet meer met technische oplossingen, de wereld is niet oneindig maakbaar. Ik ben ervan overtuigd dat je funderingsproblematiek niet oplost met het grondwaterpeil. Het is symptoombestrijding waarmee je alleen de ernstige overlast voorkomt, en een klein beetje de levensduur van een pand verlengt.’
Oneigenlijke oplossing
Het NPAF kweekt in eerste instantie bewustwording om de omvang van het probleem in heel het land in kaart te brengen. Daarbij wil het programma alle gemeenten qua kennis op hetzelfde niveau brengen tot een gelijk speelveld. Sommige probleemgebieden vragen nu al om actie. Do: ‘Daarvoor stimuleren we innovatie. Het vasthouden van water om een woning van de ondergang te redden, is in sommige situaties een oneigenlijke oplossing. Je probeert de omgeving aan te passen aan een gebouw, terwijl je daar geen totale invloed op hebt. Het is effectiever om het gebouw aan te passen, want daar ligt het probleem.’
Jan Vente, voorzitter van het Platform Slappe Bodem en kandidaat-wethouder (ChristenUnie) in Lopik, was vanaf 2006 wethouder in Krimpenerwaard. Een van de eerste gesprekken die hij met inwoners voerde, ging over het verlagen of verhogen van het grondwaterpeil. ‘Er ontstaan al problemen wanneer de gemeente een straat openbreekt. Wij hebben geprobeerd peilvakken te maken die passen bij het gebied, maar in wijken met oude bebouwing doe je het als gemeente nooit goed. Waar woningen staan met verschillende funderingen, kun je eigenlijk geen beleidskeuzes meer maken.’
Stress
In oude steden is dat probleem nog groter. Vente wijst erop dat jarendertighuisjes voor starters vaak nog de enige toegankelijke woningen zijn. ‘De een kan zijn eigen woning wel opknappen, de ander niet. Dan kan het gierend fout gaan als woningen verzakken. Dat leidt tot verpaupering in juist die leuke stadswijken.’
Funderingsproblematiek zorgt ook voor sociaal-maatschappelijke problemen. Inwoners die de herstelkosten niet kunnen betalen, krijgen stress en worden ziek. Dat geeft weer druk op het sociaal domein. Een maatschappelijk kostenbatenanalyse maakt dit duidelijk.
Van Lier: ‘Woon je op platteland in een boerderij, dan is het jouw probleem. In de stad is het probleem onderdeel van een groter geheel, want je hebt buren. Daar hoort de gemeente de helpende hand te bieden. Daarvoor zijn allerlei gereedschappen beschikbaar waaronder subsidies en leningen. Veel gemeenten hebben met onze ondersteuning bijvoorbeeld funderingsloketten ingericht waar inwoners zich kunnen melden.’
Woningen moeten van het gas af en energiezuinig worden, maar zonder goede fundering kun je niets
Het NPAF denk na over een meer sociaaleconomische benadering. Gemeenten en corporaties hebben de draagkracht om zaken op te pakken. Voor particulieren is een andere aanvliegroute nodig. ‘Daar hoort de overheid een oplossing voor te verzinnen. Eigenaren in een woonblok met een funderingsprobleem hebben in verschillende mate tijd nodig om de zaken financieel rond te krijgen, maar de klimaatverandering wacht daar niet op. Het NPAF wil ook daar uitkomst bieden. Iedereen heeft een stukje van de puzzel in handen, ook de bouwsector, de verzekeraars, de banken en vve’s. Daar willen we een integrale aanpak en nieuw systeem voor bedenken.’
Verantwoordelijkheid
Ook Vente spreekt van een gedeelde verantwoordelijkheid. Hij pleit voor een rijksregeling. Juridisch gezien is grondwater onder de woning een probleem van de eigenaar. Die heeft echter geen enkele invloed op het grondwater. ‘Bij een groot probleem in de wijk kan ik niet zeggen dat de bewoners het maar moeten uitzoeken. We komen met het rijk op de dossiers bodemdaling en funderingen van ontzettend ver. Funderingsproblematiek was nooit van het rijk. Met het NPAF is het rijk er nu wel mede verantwoordelijk voor. Het kan altijd beter, maar het is een goede stap die vertrouwen geeft.’
Vente is blij dat meerdere departementen betrokken zijn. ‘Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting is er ook mee bezig in de zoektocht naar geschikte locaties voor nieuwbouw. We moeten huidige problemen aanpakken, maar ook nieuwe problemen voorkomen.’
Van Lier vindt dat de funderingsproblematiek moet worden meegenomen in het rijtje van de grote maatschappelijke opgaven. Hij spreekt van een gestapelde opgave. ‘Woningen moeten van het gas af en energiezuinig worden, maar zonder goede fundering kun je niets. De hele opgave staat of valt daarmee.’
Het KCAF heeft een participatieladder funderingsaanpak voor gemeenten ontwikkeld. Dat hulpmiddel zet de mogelijkheden op een rij woningeigenaren te helpen. De participatieladder heeft vier treden. Elke trede hoger staat voor een intensievere participatie van de gemeente. ‘Steeds meer gemeenten werken met de participatieladder,’ zegt Van Lier.
Daarnaast ontwikkelde het KCAF FunderMaps, een digitale tool die het voor gemeenten inzichtelijk maakt waar mogelijk funderingsrisico bestaat. Van Lier: ‘In die tool ligt allerlei informatie opgeslagen die in de afgelopen jaren is verzameld. Dan gaat het onder meer om funderingsrapporten, bodemkaarten, grondwaterstanden en informatie over de fundering en leeftijd van panden.’ Voor een basisbeeld kunnen gemeenten zelf nieuwe gegevens toe voegen, analyses uitvoeren en daarop beleid maken en inwoners informeren.
Fonds funderingsherstel
Voor de financiering van herstelwerkzaamheden is het Landelijk Fonds Funderingsherstel ingericht. Een gemeente moet garant staan voor een deel van de lening als een inwoner die niet kan terugbetalen. Dat maakt gemeenten huiverig, maar Van Lier noemt dat ‘koudwatervrees’. In Dordrecht kon slechts drie procent van de mensen die een lening aangingen, niet alles terugbetalen. ‘Het risico is heel klein en je hebt een hefboomwerking wanneer het om rijtjeswoningen gaat. Als één van de twintig eigenaren het niet kan financieren, kan de rest ook niet verder. Dit leidt tot waardedaling van huizen en verval van buurten.’
Lees hier het artikel op de site van de VNG